-
1 he is full of resource/a man of resource
he is full of resource/a man of resourceEnglish-Dutch dictionary > he is full of resource/a man of resource
-
2 resource
n. bron; middel; toevlucht; initiatief; bekwaamheid[ rizzo:s, -so:s]♦voorbeelden:left to one's own resources • aan zijn lot overgelaten♦voorbeelden:1 rijkdommen ⇒ (geld)middelen, voorraden♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский